- meekomen
- {{meekomen}}{{/term}}1 [komen] come (along/with/also)2 [tegelijk te voorschijn komen] come (also)3 [het tempo bijhouden] keep up (with)♦voorbeelden:1 de bagage is meegekomen • the luggage has come as wellik heb er geen bezwaar tegen als hij meekomt • I don't object to his coming (along)ik ga niet tenzij jij meekomt • I won't go unless you come with me2 er kwam bloed mee • there was blood too3 op school kon hij niet meekomen • he couldn't keep up with the others at school
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.